Zoeken naar straks

“Onze samenleving bevindt zich op een kantelpunt. De ingezette veranderingen zijn niet meer terug te draaien.” Aan het woord is Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde. Op de achterflap van zijn boek ‘In het oog van de orkaan’ schrijft hij: “Een maatschappelijk systeem geeft op een kantelpunt zelf signalen af, maar die worden lang niet door iedereen herkend. Dat is vergelijkbaar met oog van de orkaan: in het oog is het windstil en onbewolkt, buiten het oog raast de storm. Afhankelijk van waar je staat, ervaar je de stilte of de storm.”

Ik denk deze kanteling te zien op heel wat plekken in de samenleving. Van woongigant IKEA tot de taximarkt tot alles wat met kerk te maken heeft. Soms ervaar ik de stilte, soms zit ik midden in de storm. En tegelijk kan ik er nog maar nauwelijks de vinger op leggen. Hieronder deel ik wat ik zie. In de verwachting dat het zoeken naar straks beter gezamenlijk gaat dan alleen.

Van 1.0 naar 2.0 naar 3.0

Dit plaatje van Marco Derksen, oprichter van Marketingfacts, helpt me om te zien wat er gaande is:


Het illustreert de veranderde communicatie tussen instituten en individuen. In 1.0 is die hiërarchisch en eenzijdig: het instituut zendt, het individu ontvangt. In 2.0 is er minder hiërarchie en meer interactie. In 3.0 is de hiërarchie verdwenen en communiceren de spelers gewoon met elkaar, maar wel elk met een eigen rol.

Je ziet het in de kerk

Neem de interne communicatie in een kerk. In mijn jonge jaren startte of eindigde de kerkdienst met ‘mededelingen van de kerkenraad’, ook wel ‘afkondigingen’ genoemd. Het was bepaald niet de bedoeling dat er werd gereageerd door de gemeente. In wat hippere gemeenten gingen kerkenraad of oudstenteam in gesprek met de gemeente, maar bleef de verantwoordelijkheid voor beslissingen bij de leiding. Veel gemeenten merken vandaag de dag dat ook dit niet meer voldoende werkt. Maar hoe moet het dan wel?

Of neem de diaconie. Voorheen bezocht een diaken rond kerst een arme weduwe om na te gaan hoe hij haar kon helpen. Daarna werd de diaconie meer ontwikkelend van aard. Allerlei projecten werden opgezet, al dan niet met een buitenlandse partnergemeente. Momenteel schuift de rol door naar die van facilitator. Zo traint de Protestantse Diaconie Amsterdam jonge mensen tot sociaal ondernemer, middels het programma SocialStart. Maar dat doen zij niet zelf. Zij faciliteren Firma Hoe Dan Wel, die het programma heeft opgezet. En daarbij werken ze samen met het Amsterdam Center for Entrepreneurship.

Een catecheet vertelde mij dat ze vroeger lesgaf. Ze gaf eenzijdig informatie door aan de catechisanten. Daarna kwam er een tijd van interactie. De relatie stond centraal, er werden coaches aangesteld. Maar vandaag merkt ze: het moet anders. Meer dan in de afgelopen jaren moet de inhoud weer centraal staan. Maar niet hiërarchisch. En zeker ook niet zonder relaties.

Voorheen was de preek een lange monoloog, zendergericht en hiërarchisch. Vervolgens werd het meer een verhaal waarin de hoorder belangrijk werd gevonden. Er was interactie, in elk geval retorisch. De preken werden korter, omdat de spanningsboog van de luisteraars in de praktijk korter bleek te zijn dan voorheen gedacht. Nog steeds waren er wel twee invalshoeken: opgezet vanuit de exegese of gedacht vanuit de toepassing. Tegenwoordig hebben we TEDx talks: achttien minuten zeer sterke inhoud, gericht op de hoorder. Theatercolleges lopen storm. Na elk college van De Wereld Draait Door vult mijn Facebook-tijdlijn zich met reacties daarop. Voor dit alles geldt: niks geen korte spanningsboog, wel sterke content. En alle vragen eerlijk op tafel.

Je ziet het overal

Vroeger had je speciaalzaken, bijvoorbeeld voor hondenbrokken (geleend voorbeeld van Jos Burgers, ‘Hondenbrokken’). Als eigenaar baalde je dat klanten op een bepaald moment niet meer bij jou kwamen, maar hun spullen bij een bouwmarkt of zo kochten. Dat was nogal dom van die klanten. Goedkoop duurkoop, vond je. Totdat je door de beweging van klantvriendelijkheid en klantgerichtheid ontdekte dat niet jouw product centraal moest staan, maar dat wat de klant nodig had. Jouw rol als winkelier veranderde: van verkoper werd je helper van klanten. Vandaag gaat het nog verder en hebben we voor veel producten geen fysieke winkel meer nodig. Klantenservice evenmin, veel liever gaan we af op reviews en communiceren we op online platforms met medeconsumenten.

Bezit wordt steeds minder belangrijk, toegang tot producten en diensten des te belangrijker. Via Peerby kun je spullen lenen en huren in je buurt. SnappCar matcht auto’s met huurders. Omdat vrouwen zeventig procent van hun kleding niet gebruiken, laat REWEAR ze hun kleding onderling uitlenen. Zomaar een paar voorbeelden. Maar in al deze gevallen ontstaat er een community van gebruikers, vaak twintigers en dertigers. Delen is het nieuwe hebben.

Voorheen kon je als organisatie, of zelfs als kerk, een tienjarenplan opstellen, wat je dan ging ‘uitrollen’. Dat is een typisch 1.0 woord. Daarna kwam een tijd van gezamenlijkheid en interactie. Jaarplannen moesten van onderop worden samengesteld, verantwoordelijkheid was iets gemeenschappelijks. Tegenwoordig werken nieuwe bedrijven veel meer ‘al doende’ en in elk geval met zelfsturende teams. Ook leiderschap is daardoor erg veranderd. Een baas hoeven we allang niet meer. ‘Alleen een hond heeft een baas.’ Wat we vandaag nodig hebben? Ik vroeg het aan een team waar ik momenteel leiding aan geef. Dit was hun reactie: “Grote lijnen, monitoren, motiveren, inspireren, bruggen bouwen.”

Van krantencolumns gaat het naar blogs. Van een representatieve democratie naar G-1000 initiatieven. Van commerciële banken naar financiële coöperaties. Van bouwbedrijven naar 3D-printer hubs. Van thuiszorgorganisaties naar lokale zorginitiatieven. Van verzekeringsbedrijven naar broodsfondsnetwerken. Van massaproductie naar maatwerk. Van universitaire colleges naar (vaak gratis) Massive Open Online Courses en de Universiteit van Nederland.

De kern

Als ik op deze beweging van 1.0 naar 2.0 naar 3.0 reflecteer, zie ik de kern van de kanteling in vier punten.

Ten eerste gaat het om: impact first. We vinden het heel belangrijk waartoe iets dient. Een goede stoel draagt bij aan een gevoel van ‘thuis’. Een ontwikkelingsorganisatie die als project het aanleggen van een waterleiding in Kenia heeft, draagt bij aan hoop. Een diploma is fijn en een college zal daartoe nuttig zijn, maar hoe draagt het bij aan mijn persoonlijke doelen, en vooral aan mijn verlangens? Heel sterk komt dit ‘waartoe’ uit in de TEDx talk van Simon Sinek, ‘Start with why’, die maar liefst 29 miljoen views kent. Krachtig komt het ook terug in de beweging van sociaal ondernemen, dat is: de wereld verbeteren met een verdienmodel. Zoals Tony Chocolonely, bedoeld om de chocoladewereld 100% slaafvrij te maken.

Ten tweede: eigen kracht als bron. Als de hiërarchie verdwijnt, moet je je op een nieuwe manier verhouden tot anderen. Dan komt het erop aan dat je weet wie jezelf bent, dat je vertrouwt op wat jou uniek maakt. Jouw DNA. Dat wat alleen jij kunt. Je kunt dat duidelijk maken met een visie en een missie, zoals al heel lang gebeurt. Maar steeds vaker maken mensen dat duidelijk met een verhaal. Lees bijvoorbeeld het verhaal van Defensie, met als kern: ‘Defensie beschermt wat ons dierbaar is.’ Daarin ontdek je wat haar unieke DNA is, haar eigen kracht als bron.

Ten derde: community staat centraal. Consumenten weten zich niet per se verbonden met een bedrijf of organisatie, wel met andere consumenten. En met het ‘waartoe’ van dit bedrijf of organisatie, het why. De kracht van deze ontwikkeling is dat consumenten (of donateurs of gemeenteleden) onderling gaan praten over het werk en de impact ervan, in plaats van dat de organisatie dat hoeft te doen. De organisatie krijgt hierdoor de rol van verbinder en facilitator. Zo kan het komen dat ’s werelds grootste taxibedrijf zelf niet één taxi bezit (Uber) en dat de grootste aanbieder van overnachtingen zelf geen enkele hotelkamer heeft (Airbnb).

Ten slotte: het nieuwe middel voor ontwikkeling is: co-creatie. Bedrijven creëren een generiek product, maar het wordt door de consumenten zelf verder afgestemd op hun eigen unieke identiteit. In een stad als Amsterdam neemt zelfbouwwonen een hoge vlucht. En wanneer kocht je je laatste encyclopedie? In plaats daarvan doen we het samen, op Wikipedia. Maar neem ook gewoon de HEMA. Die organiseerde dit najaar een taartenbakwedstrijd. Uit de honderden inzendingen koos een jury de mooiste en lekkerste; deze is nu klaar voor verkoop in de winkels. Wij willen met zijn allen betrokken zijn bij de ontwikkeling van wat er komt, ook in de kerk en bij christelijke organisaties.

Reflecteren

Jan Rotmans zegt dat we niet in een tijdperk van verandering leven, maar in een verandering van tijdperk. Ik geloof hem. Misschien helpt dit artikel je om er gevoel bij te krijgen dat we ons in het oog van de orkaan bevinden. Ik nodig je uit er zelf en met anderen op te reflecteren. Mogelijk helpen deze vragen daarbij:

1. Waar herken jezelf de beweging van 1.0 naar 2.0 naar 3.0?
2. Wat betekent deze beweging voor hoe jouw gemeente of organisatie samenwerkt met anderen?
3. Idem voor hoe er leiding wordt gegeven? En voor lidmaatschap?
4. Mensen als Trump en Wilders lijken typische 1.0 leiders. Wat zegt hun populariteit over de beweging richting 3.0?

Voel je ook altijd vrij om, als je dat wilt, contact met mij op te nemen.

Dit artikel verscheen onder in ‘IDEAZ. Praktijkblad van MissieNederland over geloven en missionair kerk-zijn in binnen- en buitenland’, december 2016, 10-13.

Stagneert jouw maatschappelijke organisatie?

Ben je daarover bezorgd, of zelfs gefrustreerd? Komt jullie missie mogelijk in gevaar, terwijl je juist méér van die missie wilt bereiken? Of heb je tijdelijk iemand nodig om stagnatie te voorkomen? Om daarentegen vaart te maken?

Laten we dan kennismaken!

Ik help maatschappelijke organisaties van stagnatie naar bloei. Medewerkers, betrokkenen en deelnemers komen erin mee. Samen verkennen we de weg; we stellen bij en zetten door. Gestaag zien we resultaat. Enthousiaste supporters en samenwerkingspartners. Respect in de sector, nieuwe financieringen. Deelnemers en cliënten met wie het beter gaat. Meer impact. Van stagnatie naar bloei.