Fiets je rustig over straat, zie je plotseling een abri met daarop een tekst over vluchtelingen: ‘1 op de 122 mensen wereldwijd zijn huis en haard ontvlucht’. Dat is een getal dat bij je blijft hangen. 1 op de 122. Zijn dat er veel? Of juist weinig? Wie zijn het?
Het zijn er veel. Op dit moment zijn wereldwijd 60 miljoen mensen gedwongen hun huis ontvlucht. Nooit eerder was de vluchtelingenstroom als gevolg van oorlogen, conflicten en vervolging zo groot. De toename sinds 2013 is de hoogste ooit vastgelegd in een enkel jaar. Meer dan de helft van deze vluchtelingen is kind. De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties UNHCR waarschuwt op grond van deze gegevens voor een ‘gevaarlijk nieuw tijdperk’.
Wie zijn deze mensen? Sinds begin dit jaar doe ik een opdracht voor vluchtelingenorganisatie ZOA. Een van de eerste dingen die ik leerde, is dat er onderscheid is tussen ‘vluchtelingen’ en ‘ontheemden’. Een deel van de mensen die als gevolg van een gewapend conflict niet meer in eigen huis kunnen wonen, is ‘vluchteling’. Dit zijn zij die de grens oversteken en in een ander land onderdak zoeken. Een ander deel van hen die op de vlucht zijn, blijft in eigen land. Zij zijn ‘ontheemden’, internationaal afgekort als IDP’s, Internally Displaced Persons.
Neem als voorbeeld de crisis in Syrië. Sinds voorjaar 2011 is daar een burgeroorlog gaande. Bovendien wist IS in de zomer van 2014 grote delen van het noorden van het land te veroveren. Door dit alles is op dit moment meer dan de helft van de 22 miljoen inwoners van Syrië op de vlucht geslagen: 4 miljoen naar het buitenland (vluchtelingen) en 7,6 miljoen in eigen land (ontheemden, IDP’s). Van hen die de grens overstaken, wordt momenteel driekwart opgevangen door Turkije, Libanon, Jordanië en Irak. Dus van de Syriërs die vanwege het geweld in hun land niet meer thuis kunnen wonen, worden in totaal meer dan 90% opgevangen in het eigen land of in buurlanden. Op dit moment zijn in totaal 12.000 Syriërs in Nederland opgevangen; dat is 1 promille van het totale aantal Syriërs die niet meer this kunnen wonen.
Er zijn wereldwijd natuurlijk ook velen die migreren om hun levensstandaard te verbeteren. Door in een ander land werk te zoeken, of een opleiding te doen. Of vanuit familiemotieven, om herenigd te worden met anderen die al eerder waren vertrokken. Elke vluchteling is per definitie een migrant. Maar niet elke migrant is een vluchteling.
Volgens internationaal recht hebben vluchtelingen recht op bescherming. In 1951 hebben we wereldwijd afgesproken dat vluchtelingen niet mogen worden gedwongen terug te keren naar een situatie waar hun leven of vrijheid bedreigd wordt. In plaats daarvan hebben ze recht op eerlijke en efficiënte asielprocedures die leiden tot lange-termijn oplossingen.
In het nieuws zien we elke dag bootvluchtelingen die de Middellandse Zee oversteken. Tot op heden hebben dit jaar zo’n 300.000 mensen de oversteek gewaagd. Gelukkig breidt de hulp voor deze mensen zich uit. Toch is het genoemde aantal slechts 0,5% van de vluchtelingen wereldwijd. En een deel van hen is economisch migrant, geen vluchteling. Nu kan ik ook het motief van een economische migrant goed begrijpen; zelf zou ik waarschijnlijk niet anders handelen in heel wat van hun situaties. Maar om te begrijpen over wie we hebben, is het van belang ze te onderscheiden van vluchtelingen.
Terug naar die abri. Je zag in gedachten die 1 op de 122 mensen en je vroeg je af of het er veel zijn en wie dat zijn. Dit ontdekte je:
Zestig miljoen. 1 op 122. Elk van hen is een mens. Een geliefde. Een vader of moeder. Een dochter of zoon. Een vriend. Een teamlid. Een klasgenoot. Een mens zoals jij. Geweldig dat de UNHCR hen beschermt, zoals de abri vertelt. Daar draag je graag je steentje aan bij.
Ben je daarover bezorgd, of zelfs gefrustreerd? Komt jullie missie mogelijk in gevaar, terwijl je juist méér van die missie wilt bereiken? Of heb je tijdelijk iemand nodig om stagnatie te voorkomen? Om daarentegen vaart te maken?
Ik help maatschappelijke organisaties van stagnatie naar bloei. Medewerkers, betrokkenen en deelnemers komen erin mee. Samen verkennen we de weg; we stellen bij en zetten door. Gestaag zien we resultaat. Enthousiaste supporters en samenwerkingspartners. Respect in de sector, nieuwe financieringen. Deelnemers en cliënten met wie het beter gaat. Meer impact. Van stagnatie naar bloei.