‘Alsjeblieft geen kleding, doneer liever geld!’ Deze verzuchting deed de organisatie Because We Carry in Trouw (18 september). De dagen ervoor hadden dagelijks mensen kleding en andere spullen gebracht na de verwoestende brand in het migrantenkamp Moria op Lesbos. De organisatie transporteert binnenkort vijftienduizend slaapzakken naar het Griekse eiland, samen met voeding, water, luiers, babymelk, thermomatjes en solarlampen. Ik hoop dat de mensen daar er iets mee kunnen.
Maar het is zo’n terechte oproep: stop met spullen geven voor hulp, doneer liever geld! Waarom? Er zijn drie redenen te geven.
Ten eerste: geld is hulp die past. Stel je hebt nauwelijks meer iets in handen. Ben je dan blij met een XS blauwe trui voor je dochter die net ietsje voller is? Met een tent om te overnachten, terwijl je die al had? Misschien neem je de spullen aan en denk je: beter iets dan niets.
Maar ben je echt geholpen? Hulp moet passen. Natuurlijk, het voelt voor velen prettig om iets concreets te geven. Maar misschien is voedsel wel een veel grotere nood dan kleding. Of maandverband. Of een psycholoog met wie je kunt praten over het vreselijke trauma dat je opliep. Al deze dingen kun je kopen met maar één ding: geld.
Ten tweede: geld is hulp die vrijwel geen kosten maakt. Hoeveel kost het vervoeren van spullen naar Lesbos? Of als de nood verderop was geweest, naar bijvoorbeeld Mozambique, of Sulawesi, of Beiroet? Het transport is duur en het milieu wordt belast.
Geld geven kost daarentegen bijna niks. Ter plaatse eten en kleding kopen, of wat je ook maar nodig hebt, is bovendien vele malen beter voor de lokale economische situatie en voor de werkgelegenheid daar. Zo hebben nog veel meer mensen profijt van de hulp dan alleen die ene persoon.
Ten derde: geld is hulp die waardig is. Waarom zou ik voor iemand in nood bepalen wat hij of zij nodig heeft? Die ander is toch niet plotseling zijn of haar vermogen om te denken en te beslissen kwijtgeraakt? Hoeveel waardiger is het om iemand in nood gewoon geld te geven. Daarmee zeg je tegen die persoon: ‘Ik vertrouw je, ik zie je als gelijke. Ik begrijp dat je er doorheen zit. Maar hier, koop wat je nodig hebt.’
Stoppen met spullen verschepen
Zelf ben ik betrokken bij Dorcas, een internationale organisatie voor ontwikkelingssamenwerking en noodhulp. Voorheen hebben wij enorme hoeveelheden spullen verscheept naar onder andere Oost-Europa.
We zijn ontzettend dankbaar voor de hulp die velen daarmee ondervonden hebben. Maar we zijn ermee gestopt. We geloven echt dat we met geld beter kunnen helpen. We staan mensen bij om zélf hun inkomen te kunnen verwerven. Onze hulp is daardoor op een gegeven moment niet meer nodig. Voor deze en andere vormen van ontwikkelingssamenwerking is geld nodig. In noodsituaties geven we ook gewoon cash, zoals momenteel bijvoorbeeld in Beiroet.
En de spullen dan? Die kunnen we nog steeds gebruiken! Onze veertig kringloopwinkels nemen maar wat graag spullen aan die anderen kunnen hergebruiken. Duizenden vrijwilligers vinden in het runnen van deze kringloopwinkels een fantastische daginvulling. Zij ervaren bovendien de vrijwilligersgroep als een hartelijke community waar mensen naar elkaar omzien. Honderdduizenden kopen voor weinig geld mooie of bijzondere spullen in onze Dorcas-winkels.
De opbrengsten besteden we in onze projecten in Oost-Europa, Oost-Afrika en het Midden-Oosten. Zodat de meeste kwetsbare mensen zelf stappen kunnen zetten naar een bloeiende toekomst. Dus wil je anderen helpen? Geef geld. Of geef spullen die in geld omgezet kunnen worden. Aan welke organisatie dan ook.
Dit artikel werd gepubliceerd in Trouw, 26 september 2020
Foto: Dorcas
Ben je daarover bezorgd, of zelfs gefrustreerd? Komt jullie missie mogelijk in gevaar, terwijl je juist méér van die missie wilt bereiken? Of heb je tijdelijk iemand nodig om stagnatie te voorkomen? Om daarentegen vaart te maken?
Ik help maatschappelijke organisaties van stagnatie naar bloei. Medewerkers, betrokkenen en deelnemers komen erin mee. Samen verkennen we de weg; we stellen bij en zetten door. Gestaag zien we resultaat. Enthousiaste supporters en samenwerkingspartners. Respect in de sector, nieuwe financieringen. Deelnemers en cliënten met wie het beter gaat. Meer impact. Van stagnatie naar bloei.