Ze hoopten zelfs op een douche

‘Welkom in Gambella, Siebrand!’ Aan het woord is Remko Veenstra, coördinator van een aantal grote hulpprojecten voor vluchtelingen in Gambella, in het zuidwesten van Ethiopië. Ik bezoek hem een aantal dagen. ‘Fijn je te zien! Het zal alleen wel wat behelpen worden: we hebben al drie weken geen internet en het water is ook al een tijd op.’ Zeker dat laatste vind ik een tegenvaller omdat ik na een reis van 20 uur wel zin heb in een douche. Afijn, het hoort erbij in dit afgelegen deel van Ethiopië. Remko is eraan gewend en zijn vrouw en kinderen ook. De volgende dag voel ik mij dankbaar onder een emmertje met water dat ik langzaam boven mijn hoofd leeg laat lopen.

In 2015 hebben ruim een miljoen vluchtelingen hun toevlucht gezocht tot Europa, van wie ongeveer vijftigduizend in Nederland. Iedereen kent de beelden van deze vluchtelingen en velen hebben persoonlijk met een aantal van hen kennisgemaakt. Maar weten we ook dat een land als Ethiopië in zijn eentje al meer dan 700.000 vluchtelingen herbergt? En dat dit land bovendien 500.000 ontheemden telt, mensen die door conflicten in eigen land niet meer thuis kunnen wonen? Terwijl dit land qua oppervlakte en aantal inwoners acht maal in Europa past? De vluchtelingen in Ethiopië komen onder andere uit Zuid-Soedan, Somalië, Eritrea, Sudan en Jemen. Het zijn deze vluchtelingen die mij in Ethiopië brengen, namens ZOA, een internationale organisatie voor hulp aan mensen die getroffen zijn door een gewapend conflict of natuurramp.

In Gambella, waar ik te gast ben, wonen meer dan 280.000 Zuid-Soedanese vluchtelingen. Zuid-Soedan is een buurland van Ethiopië. In 2011 werd het land onafhankelijk van het noordelijker gelegen Soedan, maar er zijn nog continu uitbarstingen van (etnisch) geweld. De VN noemden het conflict in Zuid-Soedan ‘de meest vergeten humanitaire ramp’. Vooral de jongste generatie heeft het zwaar te verduren. Ze had gehoopt op een beter leven door het onafhankelijk worden van het land, maar in plaats daarvan vinden er zware schendingen van de mensen- en kinderrechten plaats: etnische moorden, verkrachtingen, vergeldingsaanvallen en op grote schaal doelbewuste aanvallen op kinderen. Velen van hen zijn gevlucht en terecht gekomen in een van de kampen in Ethiopië.

Remko neemt mij mee naar een trainingscentrum dat ZOA heeft gebouwd in de buurt van twee van deze kampen. Hier geeft ZOA vaktrainingen aan vluchtelingen, zodat ze een beroep kunnen uitoefenen, bijvoorbeeld pottenbakker of leerbewerker. Dit is ook het depot voor brandstof besparende fornuizen (te zien op de foto). Deze zorgen ervoor dat er minder brandhout nodig is om te koken. Vrouwen en kinderen uit de vluchtelingenkampen hoeven daardoor minder ver te lopen voor brandhout en lopen daardoor minder risico op geweld. Bovendien wordt zo de druk op het landschap verminderd. In de kampen heeft ZOA tienduizenden van deze fornuizen uitgedeeld. Niet alleen de vluchtelingen worden ondersteund door ZOA, ook de lokale gemeenschappen die de vluchtelingen opvangen, krijgen ondersteuning. Onder andere ga ik mee naar een voortgangsgesprek van een hulpprogramma waardoor dorpelingen zonder opleiding worden geholpen om winkels op te zetten. Op dat moment besef ik dat Ethiopië niet alleen veel vluchtelingen telt, maar bovendien een van de armste landen ter wereld is.

Op de laatste dag van mijn bezoek aan Gambella gaan we langs bij een Amerikaans echtpaar. Uitgezonden door een kerk in Amerika hadden zij in Zuid-Soedan een weeshuis opgezet voor kinderen die hun ouders hadden verloren door het geweld in dit land. Anderhalf jaar geleden constateerden ze: het wordt hier te gevaarlijk. De twintig kinderen vluchtten daarop te voet de grens naar Ethiopië over, zijzelf werden daar tegengehouden en besloten toen de grens per vliegtuig te passeren. Aan de overkant herenigden ze zich met de kinderen. Een van de tieners bleek zijn neefje van vier al die tijd op zijn arm te hebben gedragen. De hele ‘familie’ was nu bezig in Gambella een nieuw onderkomen in te richten. Ze hoopten zelfs op een douche.

In 2015 gaf ik leiding aan de afdeling Fondsenwerving en Voorlichting van ZOA, een internationale organisatie voor hulp aan mensen die getroffen zijn door een gewapend conflict of natuurramp. Samen met ZOA-collega’s Henrieke Buit en Nathalie Eilander bracht ik een werkbezoek aan Ethiopië. Deze blog is de eerste in een serie van vier en werd op 14 januari 2016 gepubliceerd in het Friesch Dagblad.

Stagneert jouw maatschappelijke organisatie?

Ben je daarover bezorgd, of zelfs gefrustreerd? Komt jullie missie mogelijk in gevaar, terwijl je juist méér van die missie wilt bereiken? Of heb je tijdelijk iemand nodig om stagnatie te voorkomen? Om daarentegen vaart te maken?

Laten we dan kennismaken!

Ik help maatschappelijke organisaties van stagnatie naar bloei. Medewerkers, betrokkenen en deelnemers komen erin mee. Samen verkennen we de weg; we stellen bij en zetten door. Gestaag zien we resultaat. Enthousiaste supporters en samenwerkingspartners. Respect in de sector, nieuwe financieringen. Deelnemers en cliënten met wie het beter gaat. Meer impact. Van stagnatie naar bloei.